Annotatie bij Contrafraternelle de la presse judiciaire e.a. t. Frankrijk 

Bron: afbeelding gecreëerd met WordPress AI en de (automatische) prompt: “Create a high-resolution, highly detailed image featuring a symbolic representation of judicial oversight within national intelligence services. Incorporate the French flag subtly in the background to emphasize the context of the legal case.”

Inleiding

Op het eerste gezicht lijkt de zaak Contrafraternelle de la presse judiciaire e.a. t. Frankrijk (ECLI:CE:ECHR:2024:1210DEC004952615) geen annotatie te verdienen. Het betreft namelijk grotendeels een niet-ontvankelijkheidsbeslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Toch hebben Mireille Hagens en ik een annotatie bij deze zaak geschreven, die in open access beschikbaar is op EHRC-Updates.nl. In deze zaak gaat het EHRM namelijk uitgebreid in op het Franse toezichtstelsel op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en in het bijzonder op de vraag of een effectief rechtsmiddel (de ‘remedy’) wordt geboden.

Toezicht en klachtbehandeling in Frankrijk

Frankrijk kent een bijzonder toezichtstelsel, omdat de toets vooraf bij de inzet van sommige bevoegdheden, het toezicht tijdens de gegevensverwerking, en het toezicht achteraf (door middel van inspecties) en de behandeling van klachten, allemaal plaatsvinden door dezelfde toezichthouder: de Commission nationale de contrôle des techniques de renseignement (zie ook de informatieve website cnctr.fr)). Daarnaast speelt de Franse hoogste bestuursrechter, de Conseil d’État, een belangrijke rol. Deze fungeert als specialistische rechter en beroepsinstantie na de behandeling van klachten bij de CNCTR. In mijn recente rapport (.pdf) heb ik het Franse toezichtstelsel uitgebreider beschreven.

Conclusie annotatie

In ons uitgebreide commentaar leggen wij uit waarom het EHRM het Franse toezichtstelsel niet in strijd acht met de artikelen 6 en 13 EVRM. Deze zaak bood ook aanleiding om te onderzoeken of het Nederlandse stelsel nog voldoet aan de EHRM-vereisten die in deze uitspraak zijn geformuleerd. Die vraag is actueel geworden naar aanleiding van de regeringsplannen om mogelijk de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) samen te voegen.

Kort gezegd menen wij dat het huidige Nederlandse toezichtstelsel voldoet aan de EHRM-vereisten. Wel is het mogelijk de Nederlandse klachtenprocedure eventueel te versterken door inspiratie te halen uit het Franse systeem met als kenmerk de stevige rol voor de (hoogste) bestuursrechter. Daarmee sluiten wij ook aan bij het recente advies van de Raad van State over klachtbehandeling in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

Het toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten staat in Nederland op een kruispunt. De komende herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten biedt de kans om belangrijke keuzes te maken. De verwachting is dat de (nieuwe?) regering begin 2026 een wetsvoorstel voor een nieuwe Wiv aan de Tweede Kamer aanbiedt (zie de Stand van Zakenbrief van 17 juni 2025). Dit is daarom het moment om na te denken over de toekomst van het toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.