Basisboek Cybercriminaliteit

In het najaar van 2019 staken enkele criminologiedocenten hun koppen bij elkaar en vatten het plan op een boek te schrijven over cybercriminaliteit ten behoeve van het onderwijs. Dat leidde uiteindelijk tot het Basisboek Cybercriminaliteit van Wytske van der Wagen, Marleen Weulen Kranenbarg en mijzelf. Ook hebben enkele andere auteurs aan het boek meegewerkt en vanuit hun eigen expertise een mooie bijdrage geleverd. Het boek is vanaf 29 oktober 2020 verkrijgbaar via de website van Boom Uitgevers (met hoofdstuk 1 als voorproefje) of te bestellen via bol.com (37,50 euro).

In ons onderwijs over Cybercriminaliteit merkten we dat steeds een samenraapsel van artikelen en andere stukken bij elkaar moesten zoeken. Een samenhangend, actueel en overzichtelijk verhaal ontbrak. Dat is voor ons het motief geweest dit boek te schrijven. Het boek (300+ pagina’s) biedt inzicht in de verschillende verschijningsvormen en kenmerken van cybercriminaliteit, strafbaarstellingen, daders, slachtoffers, onderzoeksmethoden voor het online domein, het opsporingsproces en mogelijke interventies.

Persoonlijk ben ik in mijn nopjes over het eindresultaat! Het boek verschaft een uitstekend overzicht van de wetenschappelijke kennis op criminologische en juridisch gebied over cybercriminaliteit. Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 7 – die ik zelf hoofdzakelijk heb geschreven (ook op basis van eerder werk) – verschijnen beiden over één jaar in open access.

De combinatie van (inleiding van) techniek, criminologie en rechten werkt heel goed en ik ga het zeker gebruiken in mijn eigen (gast)colleges en cursussen. Verder wordt het in ieder geval dit jaar al gebruikt voor onderwijs op verschillende universiteiten, zoals de Erasmus Universiteit, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Leiden. Ik ga het uiteraard ook promoten bij mijn collega’s aan de Universiteit Utrecht.

Feedback is altijd welkom, dus jullie kunnen mij daarover altijd mailen. Wie weet verschijnt er t.z.t. wel een tweede druk!

Nieuw boek: Strafrecht en ICT

Posted on 04/01/2019 op Oerlemansblog

Vanaf nu is het boek Strafrecht en ICT beschikbaar! Het boek betreft een studieboek en naslagwerk over cybercriminaliteit.

In het boek bundelen Bert-Jaap Koops en ik onze krachten en updaten wij het boek ‘Strafrecht en ICT’ uit 2007 (destijds uitgebracht onder de redactie van Bert-Jaap Koops).

Materieel strafrecht en ICT
Wij behandelen in hoofdstuk 2 van het boek uitvoerig de strafbepalingen, wetsgeschiedenis en jurisprudentie over computercriminaliteit in enge zin (met delicten als computervredebreuk, de verspreiding van kwaadaardige software (malware) en ddos-aanvallen) en computercriminaliteit in brede zin (met delicten als fraude, oplichting en online zedendelicten). Vergeleken met de tweede druk uit 2007 is er meer jurisprudentie beschikbaar, waardoor de bepalingen beter zijn uitgekristalliseerd. Ook zijn er delicten bijgekomen of aangepast, onder andere vanwege de Wet computercriminaliteit III, zoals heling van gegevens en sextortion.

Formeel strafrecht en ICT
Hoofdstuk 3 gaat over formeel strafrecht en ICT. Het hoofdstuk behandeld alle relevante opsporingsbevoegdheden die worden in gezet in opsporingsonderzoeken naar cybercriminaliteit. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de Wet vorderen gegevens, de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden en de bepalingen omtrent de doorzoeking van plaatsen en inbeslagname van computers. Ook de hackbevoegdheid en de take down-bevoegdheid uit de Wet computercriminaliteit III komen uiteraard aan bod. Zowel in het hoofdstuk over het materieel strafrecht als het hoofdstuk over het formeel strafrecht kijken we enige tijd vooruit en spreken we enkele toekomstverwachtingen over het vakgebied uit.

Grensoverschrijdende digitale opsporing

Het laatste hoofdstuk van het boek gaat over grensoverschrijdende digitale opsporing. Ik mijn hoofdstuk bouw ik voort op mijn werk uit mijn proefschrift, Tekst en Commentaar en nieuwe jurisprudentie. In het hoofdstuk ga ik onder andere in op de grensoverschrijdende toepassing van het vorderen van gegevens, undercover bevoegdheden en de hackbevoegdheid.

Het is een genoegen geweest samen met Bert-Jaap Koops aan het boek te werken. Kennis die ik niet kwijt kon in mijn proefschrift of andere publicaties heeft nu een plek gekregen in het boek. Het boek is nadrukkelijk niet alleen als studieboek geschreven, maar ook als naslagwerk voor wetenschap en praktijk. Het boek heeft hopelijk veel waarde voor juristen die zich in de praktijk bezighouden met cybercriminaliteit en voor juristen die meer willen weten over cybercriminaliteit.