
Bron: afbeelding automatisch gegenereerd door WordPress.com
Nieuw arrest Hoge Raad over onderzoek aan smartphones
Op 9 september 2025 heeft de Hoge Raad een nieuw arrest gewezen (ECLI:NL:HR:2025:1247) over onderzoek aan smartphones.
De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit HR 8 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:409 (zie ook mijn annotatie) over de eisen die moeten worden gesteld aan onderzoek aan elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken, waaronder smartphones.
De raadsman betoogde kortgezegd dat een ernstige inbreuk plaatsvond, omdat de inhoud van de volledige telefoon is verwerkt: 44.000 foto’s, sociale media (waaronder Facebook) en notities. Dat niet van alle gegevens kennis is genomen doet niet ter terzake, omdat er sprake is van een verwerking van gegevens in de zin van het Unierecht.
Het Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat de politie bij de verdachte smartphones heeft aangetroffen. Deze zijn met toestemming van de officier van justitie “doorzocht”. Daarbij is gezocht naar voor het strafrechtelijk onderzoek relevante informatie, zoals zaken die te maken hebben met handel in verdovende middelen, crimineel samenwerkingsverband en witwassen, alsmede gegevens die de gebruiker van de telefoons konden identificeren.
Het doel van het “uitlezen” van de telefoons was het verzamelen van informatie over de gebruikers van de telefoons en het onderzoek naar strafbare feiten, eventuele medeverdachten en mogelijke witwassen. Volgens het hof heeft de politie bij het zoeken in de telefoons uitsluitend gekeken naar zaken die verband hielden met dit onderzoek. Er is volgens het hof ‘geen onderzoek verricht naar ‘privé gevoelige’ informatie’. Wanneer dergelijke gegevens werden aangetroffen, heeft de verbalisant de betreffende app of het gesprek onmiddellijk afgesloten. De verbalisant gebruikte zoektermen die te maken hadden met de aard van het onderzoek.
Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in art. 94 jo. art. 95 en 96 Sv, voldoende legitimatie bood voor dit onderzoek aan de smartphones van de verdachte en dat geen toestemming van een rechter-commissaris (RC) nodig was, “nu er geen min of meer compleet beeld is verkregen van zijn privéleven”. Dit is in het licht van wat hiervoor is vastgesteld en van wat door de verdediging in hoger beroep naar voren is gebracht, volgens de Hoge Raad onvoldoende gemotiveerd.
Uit die vaststellingen volgt immers niet dat het onderzoek aan de smartphones beperkt is gebleven tot onderzoek dat slechts strekte tot het identificeren van de gebruiker, of tot bijvoorbeeld onderzoek dat een opsporingsambtenaar in het kader van zijn taakuitoefening deed waarbij hij de bij de verdachte aangetroffen smartphones heeft bekeken en daarbij slechts enkele beperkte waarnemingen heeft gedaan over het feitelijk gebruik daarvan op dat moment of direct daaraan voorafgaand, bijvoorbeeld door na te gaan welke contacten de gebruiker van een telefoon kort tevoren had gelegd. Ook blijkt daaruit niet dat zich hier “spoedeisend geval” voordeed, zoals als uitzondering in HR 8 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:409 was geformuleerd.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het in de zaak tenlastegelegde en de strafoplegging en wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Veroordeling in hoger beroep i.v.m. Genesis Market
Het Hof Den Haag heeft op 23 september 2025 in hoger beroep een arrest gewezen (ECLI:NL:GHDHA:2025:1996) met betrekking tot een verkoper van de ‘datamarkt’ Genesis Market.
De verdachte heeft gedurende meer dan twee jaar bots gekocht van Genesis Market, waardoor hij toegang kreeg tot inloggegevens van anderen, waaronder gebruikersnamen en wachtwoorden. Deze gegevens gebruikte hij om bij verschillende webshops op accounts van derden in te loggen en producten te bestellen onder hun naam en ten koste van hen. Dit handelen is bewezen verklaard als het verwerven en voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, terwijl de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen (art. 139g Sr), het ontvangen, zich verschaffen en voorhanden hebben van gegevens waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een in art. 231b Sr omschreven misdrijf (art. 234 Sr), misbruik van identificerende persoonskenmerken door met behulp daarvan op naam van 34 personen met voornoemde persoonsgegevens bestellingen bij webwinkels te doen (art. 231b Sr) en computervredebreuk door gebruik te maken van door misdrijf verkregen combinaties van gebruikersnamen en/of e-mailadressen en/of bijbehorende wachtwoorden, tot het gebruik waarvan verdachte niet gerechtigd was (art. 138ab Sr).
Het gerechtshof legt een hogere gevangenisstraf op dan de rechtbank. In eerste aanleg werd de verdachte veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het Hof Den Haag legt een gevangenisstraf van drie jaar op. Deze verhoging is gemotiveerd door de lange periode waarin de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bewezen feiten, het aantal bots en slachtoffers, het leed en de onzekerheid die zijn handelen veroorzaakte bij slachtoffers die ontdekten dat hun (inlog-)gegevens in verkeerde handen waren gevallen. Daarnaast weegt mee de achteloosheid en geslepenheid waarmee de verdachte te werk ging, alsmede het feit dat hij al eerder voor relatief veel vermogensdelicten is veroordeeld. Tot slot merkt het hof op dat zij de inschatting van de reclassering met betrekking tot een laag recidiverisico – mede gezien het strafblad van de verdachte – niet deelt.
Veroordeling van darkweb vendor ‘Team Sonic’
De rechtbank Oost-Brabant heeft op 25 juli 2024 (ECLI:NL:RBOBR:2025:4704) een verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar en 8 maanden. De verdachte was een online verkoper van harddrugs, voornamelijk amfetamine en MDMA. De organisatie verwerkte dagelijks bestellingen via verschillende darkmarkets, waarbij klanten betaalden met cryptovaluta zoals Bitcoin en Monero. De verdachte en – bij diens afwezigheid vanwege detentie – zijn echtgenote hadden een sturende rol in de organisatie.
Het opsporingsonderzoek startte op basis van artikel 126dd van het Wetboek van Strafvordering (Sv) verstrekte EncroChat- en SkyECC-berichten. Uit deze berichten bleek dat niet-geïdentificeerde verdachten zich gezamenlijk bezighielden met de export en verkoop van verdovende middelen, met name amfetamine en MDMA, via het darkweb door middel van postpakketten. Zij traden op als de ‘vendor’ (leverancier) ‘Team Sonic’ en verkochten vanaf maart 2020 grootschalig harddrugs uit lijst I van de Opiumwet aan klanten in het buitenland.
Het onderzoek, gebaseerd op de cryptoberichten en andere informatie zoals gegevens van darknets, richtte zich op de periode 2020 tot en met mei 2022 en betrof historische bevindingen (de ‘terugkijk-fase’). In deze fase werden negen pakketten onderschept in Oostenrijk, Finland, Hongarije, Denemarken en Duitsland die rechtstreeks te herleiden waren tot de cryptogesprekken. Alle pakketten bevatten amfetamine en xtc-pillen.
Ook na mei 2022, tijdens de ‘live-fase’, werd het team onderzocht. Deze fase bestond onder meer uit (stelselmatige) observaties, analyses van bakengegevens onder voertuigen van verdachten en analyse van mast- en telecomgegevens van hun telefoons. Uit deze bevindingen bleek dat de organisatie gebruik maakte van verschillende inpaklocaties. De verdovende middelen werden verborgen in normale postzendingen en via legale postbedrijven verzonden. De bestellingen werden verpakt in een deklading van honden- of kattenvoer. De pakketten werden steeds vanuit Limburg met de auto naar Duitsland gebracht en aldaar gepost bij Duitse postkantoren of (onbemande) pakketpunten, veelal van DHL, om vervolgens via de reguliere poststroom naar afnemers in heel Europa te worden verzonden.
Het bedrijf had verschillende ‘medewerkers’ die betrokken waren bij de verwerking en verzending van bestellingen. In totaal werden 8347 verkopen geregistreerd op veertien (geanonimiseerde) darkwebmarkten. De organisatie maakte gebruik van fictieve afzenders en specifieke verpakkingsmaterialen (zoals piepschuimvlokken en stickers) om hun activiteiten te camoufleren. Op 29 november 2022, de ‘actiedag’, werden een groot aantal verdachten aangehouden, woningen en inpak- en opslaglocaties doorzocht, en goederen in beslag genomen, waaronder bij de verdachte een jammer, een vuurwapen, vier schietpennen en munitie. Op een aangetroffen USB-stick werden bijvoorbeeld 133 afbeeldingen van verdovende middelen gevonden, waarbij bijna elke afbeelding het product met een poppetje van het karakter Sonic toonde.
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid dat sprake was van een crimineel samenwerkingsverband dat online drugshandel als oogmerk had. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van de export, de verkoop, het bewerken en het verwerken van hoeveelheden amfetamine en MDMA, deelname aan een criminele drugsorganisatie, het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van hoeveelheden harddrugs op verschillende inpak- en opslaglocaties die aan de organisatie gelinkt zijn (de handelsvoorraad), en het opzettelijk voorhanden hebben van wapens en munitie.
