Strafbaarheid van grooming

Op 11 november 2014 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin de strafbaarheid van grooming wordt verduidelijkt (ECLI:NL:HR:2014:3140). In het arrest maakt de Hoge Raad duidelijk dat voor strafbaarheid van grooming vereist is dat de verdachte ‘een ontmoeting voorstelt’ én ‘hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van ontmoeting’. Daarbij hoeft de ontmoeting niet daadwerkelijk plaats te vinden. Grooming is immers in feite een voorbereidingshandeling (zie ook de aangehaalde wetsgeschiedenis (Kamerstukken II 2008/09, 31 810, nr. 3, p. 9).

In de onderhavige zaak was het voldoende dat de verdachte (i) bij herhaling bij het slachtoffer heeft aangedrongen op een ontmoeting en daartoe heeft voorgesteld elkaar te ontmoeten in het bos, in het winkelcentrum en bij haar thuis, waarbij hij een concrete middag, avond dan wel een tijdstip heeft genoemd; (ii) er bij het slachtoffer herhaaldelijk op heeft aangedrongen dat de ontmoetingen snel zouden plaatsvinden en hij haar onder druk heeft gezet; en (iii) het slachtoffer in het kader van het concretiseren van een afspraak zijn telefoonnummer heeft gegeven.

De advocaat-generaal, AG Spronken, adviseerde de Hoge Raad overigens de zaak over te laten doen. Volgens haar is er meer nodig dan deze handelingen van de verdachte om hem te kunnen veroordelen voor grooming. Om van grooming te kunnen spreken moet er volgens Spronken een concreet voorstel voor een ontmoeting zijn en moet de verdachte iets doen om die ontmoeting te realiseren, zoals bijvoorbeeld  op weg gaan naar de afgesproken plaats. De Hoge Raad heeft met de uitspraak dus een lagere drempel aangehouden dan de AG adviseerde.  

Kort na het arrest van de Hoge Raad heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 9 december 2014 een man heeft vrijgesproken van grooming (ECLI:NL:RBOBR:2014:7494). Volgens de rechtbank was slechts sprake was van een poging tot grooming, hetgeen niet strafbaar is. Alhoewel de rechtbank het sturen van seksueel getinte berichten van de docent naar een 15-jarig meisje als ‘uiterst laakbaar’  bestempeld, is voor grooming vereist dat de communicatie zich concretiseert tot een voorstel voor een ontmoeting, gevolgd door gedragingen gericht op het tot stand komen van die ontmoeting. De rechtbank merkt op dat een verdere verschuiving van strafbaarheid naar de voorfase zou betekenen dat het louter versturen van sms-berichten met seksuele toespelingen al strafbaar zou zijn.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s