Gisteren heeft de AIVD zijn jaarverslag 2019 gepubliceerd. Het is zoals gewoonlijk interessant leeswerk, waar toch verrassend veel details in staan. Landen als Rusland, China en Iran worden bij de naam worden genoemd als landen die spionage bedrijven in Nederland. Ook de lijst met arrestaties van personen van de ‘jihadistische beweging’ op basis van ambtsberichten van de AIVD (op p. 11) is indrukwekkend.
Ook de MIVD heeft eind april zijn jaarverslag 2019 gepubliceerd. In het jaarverslag wordt o.a. benadrukt dat de Russische Federatie informatieoperaties uitvoert om maatschappelijke verdeeldheid te creëren. Ook waarschuwt de MIVD dat digitale spionage bij overheden en bedrijven door staten zoals China en Rusland één van de grootste dreigingen voor Nederland vormt. Bij de MIVD staat er geen lijst met arrestaties naar aanleiding van ambtsberichten in het jaarverslag, maar wordt bijvoorbeeld uitgelegd met welke onderdelen van Defensie werken.
De jaarverslagen maken concreet welk belangrijk werk de diensten verrichten en hoe productief zij zijn geweest. Ze zijn zeker lezenswaardig voor mensen die meer willen leren over het werk van de diensten.
Leden van de evaluatiecommissie Wiv 2017
Deze week werd ook duidelijk wie de leden van de evaluatiecommissie voor de Wiv 2017 zijn (zie Staatscourant nr. 21256).
De meesten zijn mij wel bekend en betreft volgens mij een deskundig gezelschap. Ik zet ze hierbij op een rijtje (waarbij ik zelf hun achtergrond aan heb toegevoegd):
– drs. R.V.M. Jones-Bos (o.a. voormalig ambassadeur in Moskou)
– mr. Th.P.L. Bot (lid van ‘Raad van Rechtshandhaving’ en ervaring als o.a. plaatsvervangend hoofd van de AIVD in 2001 en 2002)
– prof. mr. E.J. Dommering (emeritus hoogleraar informaticarecht);
– prof. dr. L.J. van den Herik (hoogleraar internationaal publiekrecht);
– prof. dr. B.P.F. Jacobs (hoogleraar beveiliging en correctheid van software);
– vice-admiraal b.d. W. Nagtegaal;
– prof. mr. S.E. Zijlstra (hoogleraar staats- en bestuursrecht).
Onderzoeksonderwerpen
De Commissie Jones-Bos heeft als opdracht te onderzoeken:
- Of de wet datgene heeft gebracht wat de wetgever daarmee voor ogen had (realisatie van de doelstellingen van de wet);
- Of de wet in de praktijk een werkbaar instrument is gebleken voor de taakuitvoering van de diensten;
- Welke knel- en aandachtspunten in de toepassingspraktijk van de wet te onderkennen.
Daarbij moet bijzondere aandacht worden geschonken aan:
- het integrale stelsel van toezicht, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan:
- de inrichting, functie en positie van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB), een en ander tegen de achtergrond van het vraagstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid;
- de positionering van de klachtbehandeling bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de effectiviteit daarvan mede vanuit het burgerperspectief;
- de rechtseenheidsvoorziening TIB – CTIVD;
- de benoemingsprocedure voor de leden van TIB en CTIVD.
2. de bevoegdheden van de diensten tot gegevensverwerking en de daarvoor geldende waarborgen, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan:
- de toepassing en inpasbaarheid van nieuwe technieken binnen de wettelijk geregelde bevoegdheden (techniekonafhankelijkheid);
- de toepassing van het gerichtheidscriterium bij bijzondere bevoegdheden;
- het datareductiestelsel en de bewaartermijnen;
- de duidelijkheid van in de wet gehanteerde terminologie.
3. de bevoegdheden en waarborgen met betrekking tot internationale samenwerking van de diensten (zowel op vlak van gegevensverstrekking als ondersteuning).
Is de Wiv 2017 voldoende werkbaar?
Uit de opsomming blijkt dat er veel aandacht is voor (simpel gezegd) de vraag of de nieuwe wet wel ‘werkbaar’ is voor de AIVD en de MIVD. De opdracht: “Welke knel- en aandachtspunten in de toepassingspraktijk van de wet te onderkennen” is overigens heel raar geformuleerd, maar het lijkt om de identificatie van deze knelpunten te gaan.
De AIVD benadrukt in het jaarverslag in het voorwoord en op p. 22 “de zorg over het vermogen om binnen de huidige kaders verborgen dreigingen te kunnen (blijven) onderkennen” vanwege deze nieuwe wet, maar zij leggen niet uit waar die knelpunten dan uit bestaan. We gaan er uiteraard vanuit dat de commissieleden ook door andere partijen dan de AIVD hierover wordt gevoed.
Waar is het onderwerp van ‘data-analyse’ gebleven?
In de nota naar aanleiding van verslag over de Wijzigingswet Wiv 2017 (zie daarover deze blog) gaf de minister nog aan – naar aanleiding van vragen van kritische Kamerleden – dat het vraagstuk van ‘geautomatiseerde data-analyse’ mogelijk in de evaluatie wordt betrokken. En in de Kamerbrief over de evaluatiecommissie van 12 november 2019 werd het onderwerp van ‘geautomatiseerde data-analyse’ nog specifiek genoemd.
Nu lijkt het onderwerp van geautomatiseerde data-analyse naar de achtergrond te zijn geschoven, maar hopelijk wordt het ingelezen bij het aandachtspunt van de ‘de toepassing en inpasbaarheid van nieuwe technieken binnen de wettelijke geregelde bevoegdheden’. Het lijkt mij namelijk van belang ook de toepassingspraktijk sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Wiv in verhouding tot de noodzakelijke waarborgen te onderzoeken.
Planning
Tot slot merk ik nog iets op over de planning. In de Kamerbrief van 12 november 2019 werd nog een doorlooptijd van zes maanden genoemd (met afronding rapport in november 2020). Dat leek mij sowieso wel krap om de onderzoekswerkzaamheden uit te voeren, gesprekken te voeren en het rapport op te stellen. Maar goed, vanwege het Coronavirus wordt de datum voor de oplevering van het rapport later vastgesteld en bekend gemaakt in de Staatscourant. We gaan het zien!
== Update =
Link naar jaarverslag MIVD toegevoegd.